Morinelplevieren in de Belgische Leemstreek

  • Vogels

31 augustus 2024 5u30
Wekker afslaan en nog eens omdraaien of toch maar opstaan? Dat laatste blijkt geen slecht plan te zijn, het belooft weer een zwoele dag te worden met zomerse temperaturen waar menig strandganger tevergeefs op zat te wachten afgelopen maanden. En dus heb ik afgesproken met iedereen om 7u15 in Remicourt wat voor mij ook een veertig minuutjes rijden is. Alle deelnemers druppelden binnen bij het krieken van de dag. Een Haas wilde ons verwelkomen aan de begraafplaats maar bekocht dat met zijn leven, cynisch.

De titel van de excursie deed niet vermoeden dat mijn doelsoort er eentje was die je niet zomaar kan garanderen. Het hoefde niet zo warm te worden om te beginnen zweten, doch stelde mijn voorbereidend bezoekje de dag ervoor me enigszins gerust.
Al jaren zoek ik tussen eind augustus en begin september de akkers af naar Morinelplevieren en stilaan krijg je dat dan toch ietwat onder de knie zeker?

Schets van Morinelplevier ©Nicolas van Overmeeren

Genoeg getreuzeld, nu actie!
Ik trommelde een vroegere leermeester en goede vriend op om ons te voorzien van de nodige stalen rossen en het daarbij horende comfort. Het uitgestrekte karakter van dit agrarisch landschap dwingt je er nu eenmaal toe, wil je er iets van te zien krijgen.

We zetten koers naar Chapon-en-Seraing (de naam alleen al). Ik had meteen het idee om ons op te splitsen voor onze eerste stop. De akker in kwestie was er een om U tegen te zeggen. Een lap die eindeloos leek met het nodige reliëf in. M’n kompaan had ik naar de zuidkant gestuurd aangezien je enkel daar zicht had op de ‘kom’ in het perceel. Dat ligt meteen ook wat lager, afgeschermd van weer en wind en mogelijks wat malsere bodem waar je als plevier waarschijnlijk sneller pieren (regenwormen) uit de grond trekt dan op de hoger (drogere) gelegen stukken.

Ikzelf nam de andere twee deelnemers naar de noordkant van het perceel. Daar lag nog een stuk braak waar de loonwerker waarschijnlijk nog niet aan toe was gekomen (de dag dat boeren zelf nog hun percelen bewerkte is stilaan iets voor de geschiedenisboeken).

Eens post gevat zagen we al snel een Tapuit, nog zo een kleurrijke verschijning. Dat bedoel ik in dit geval eerder figuurlijk, hoewel het een mannetje was, bleef er weinig over van zijn schitterende broedkleed. De donkere oogstreek was een vage verwijzing… nee zijn gedrag, doen en laten is wat deze vogel zo ‘kleurrijk’ maakt. Werkelijk een bandietje, sluipen, dan weer stoer rechtop, terug sluipen… heerlijk! De eerste flinke groepjes Gele Kwikstaarten waren ook aan hun reis naar het zuiden begonnen. We telden er van twintig en dertig plus. Hoewel ik gisteren vanop deze plek mocht genieten van toendra’s mooiste, was het nu leeg op het stuk waar wij zicht op hadden. Gelukkig kwam het bevrijdende bericht van Tom al snel. “4 morinellen in beeld nu!” De afkorting doet je denken aan een soort paddenstoel van culinaire aard, maar vogelkijkers kunnen vaak nog veel abstracter zijn in hun beschrijvingen (visa, bruki, robotap, zoto, etc…) Dan valt ‘morinel’ nog mee ;)

Gele Kwikstaart vliegt op, trekt zij vandaag verder naar het zuiden? ©Nicolas van Overmeeren

Inpakken en aansluiten
Het perceel is omwald met wegen, we konden al snel aansluiten, het genieten kon beginnen. We zagen de typische stop,kijk,pik techniek die deze plevieren machtig zijn. Ik kan er niets aan doen maar als ze zo in groep foerageren moet ik altijd denken aan die groep Velociraptors in Jurassic park 2, begrijpen wie begrijpen kan.

Een Buizerd verscheen aan de horizon, gek genoeg leken de Morinelplevieren zich daar deze keer niet aan te storen (normaal gezien vliegen ze op bij de eerste de beste rover die ze zien, echte schijterds zijn het). Niks speciaals die Buizerd zou je zeggen, ware het niet dat deze zich plots ontpopte tot een echte jager toen een vogeltje de grootte van een Plevier voor hem uit leek te vliegen, plots op de grond tuimelde (want landen was het zeker niet) en de Buizerd zich op de vogel wierp met de snelheid van een slak. Heel gek, nooit eerder gezien en we konden onszelf ook niet overtuigen welke soort er nu neer plofte in de mulle leem.
Na dit debacle vloog de groep Morinellen (die intussen was gegroeid tot 7 exemplaren) over de horizon naar de noordzijde van het perceel.

Juveniele Morinelplevier ©Nicolas van Overmeeren

Van boven naar onder naar boven
Terug aan de noordzijde van het perceel. Wat een show was dit uiteindelijk! Het groepje toonde zich meermaals voorbijvliegend, soms ver, soms heel dichtbij. We telden er 17! Ook een juveniele Goudplevier had zich intussen vervoegd bij de groep. Ik kon het niet beter bedenken dan dit, voor velen de eerste waarneming van een Morinelplevier, meteen eentje die zal bijblijven!
Er vloog nog een Visarend voor ons uit en enkele Bruine Kiekendieven.

Maatregelen niet op maat
Toegekomen op onze laatste bestemming van de ochtend. Een plateau waar enkele compensatiemaatregelen liggen ten aanzien van windmolenparken die de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten over de uitgestrekte plateaus. De wortel die men voorhoudt in de vorm van ‘compensatie’ voor het verloren open terrein dekt de lading allerminst, zeker als je ze van dichtbij gaat bekijken en ziet in welke conditie ze erbij liggen.
Het was mijn vermoeden dat deze als volgt waren uitgetekend: Een blok fauna wintervoedsel met een gras/kruiden kader errond. In het gewenste scenario heb je jaagstroken voor muizenjagers in de winter op het kader en dekking plus wintervoedsel op het blok. Vaak bestaande uit zomerteelten als zomertarwe, haver of een mengeling met flink wat bladrammenas in.

Het voorspelde dus niet veel goeds dat de blokken verruigd en vergrast waren met eerder distels dan graan. Je zou denken dat dit stilaan wel heel ver ligt van het vogels kijken maar mijn inziens allerminst. Net door terreinkennis op te doen leer je ook inschatten waar je activiteit mag verwachten als je op zoek bent naar vogels, en in agrarisch gebied is dit zo mogelijk nog relevanter gezien het eerder dunnetjes is in verhouding tot de oppervlakte.

Wat is dat daar!
Niet getreurd, we zagen al gauw een Tapuit, Martin zette de achtervolging in en wist deze nog op de gevoelige plaat te leggen. Veel verder dan dit punt kwamen we niet meer, we stonden wat hoger en hadden van hieruit een mooi zicht op wat maatregelen en enkele bewerkte stoppels die vaak wat leuks herbergen. We bekeken enkele jagende Torenvalken en zagen de zoveelste juveniele Bruine Kiekendief toen Tim plotseling de volgende legendarische woorden uit bracht, ‘wat is dat voor een rare Torenvalk?’ Samen met mijn kompaan Tom kregen we het bewuste valkje gelukkig snel in de kijker en twijfelden we niet, ROODPOOTVALK! Een juveniele Roodpootvalk was druk aan het jagen boven één van de compensatiemaatregelen, vast vlogen er daar natuurlijk wel nog iets meer insecten (libellen) rond dan elders, dat dan weer wel…

Wat meteen opviel was het jaaggedrag, eigenlijk verraad dat al enigszins de soort en het was zeer leerrijk om dit langdurig te kunnen bekijken. Van kortstondig ‘bidden’ als een torenvalk naar een meer horizontale glijdende jachtvlucht en weer omhoog en weer glijden, weer omhoog en weer glijden …
Het kortstondige bidden bereikte in feite nooit het moment van echt ‘stil’ hangen in de lucht zoals een Torenvalk dat doet en de vleugelslag was ook een fractie sneller dan die van zijn grotere neefje. Het formaat neigde eerder naar een Smelleken dan naar bijvoorbeeld een Boomvalk. Je kan je eigenlijk op basis daarvan al niet vergissen. Natuurlijk maakte de bleke kop met duidelijke ‘traantjes’ en het afwisselend leigrijze, paarsbruine verenkleed van bovenaf gezien, de determinatie helemaal af.

Roodpootvalk. Foto, een ‘still’ uit digiscope filmpje vanop grote afstand ©Nicolas van Overmeeren

Zo, die zat zeg. we speelden het Kazachstaanse toeristje uiteindelijk op grote afstand kwijt, wat niet erg was want zo pikte Tom nog een groepje Morinelplevieren op die tot langs ons kwamen gevlogen en even leken te stoppen op de bewerkte stoppel die achter ons lag. Ze tikten als het ware de grond even aan om meteen terug op te vliegen en verder zuidwaarts af te gaan.

Geniet nog na van wat wij op 31 augustus 2024 zagen, dit was allerminst ‘dagelijkse kost’. Het is een combinatie van voorbereiding, momentum pakken en teamwork. Ik wil alle deelnemers bedanken voor hun enthousiasme, meer specifiek mijn partner in crime Tom om er samen een memorabele ochtend van te maken!

Pee es
Intussen schilderde ik een Roodpootvalk als kers op de spreekwoordelijke taart van de recente persoonlijke waarnemingen, de beleving tijdens onze excursie en het ontzag voor een geweldige vogel!

Roodpootvalk ©Nicolas van Overmeeren

Terug naar het overzicht