De Lepelaar is een waanzinnig voorbeeld van een soort die in Nederland steeds meer aan het toenemen is in aantal. Vanaf februari zijn Lepelaars weer in Nederland te zien en in augustus en september trekken ze weg naar de onverwinteringsgebieden. Deze bevinden zich langs de westkust van Afrika in onder andere Mauritanië en Senegal. Nederland huisvest verreweg het grootste aantal Lepelaars van alle landen in Noordwest-Europa. Ze broeden vooral in moerassige gebieden en op het vasteland vaak in bomen of hoge struiken. Op de Waddeneilanden broeden Lepelaars vaak gewoon op de grond.
Lepelaar © Jesse Zwart
Lepelaars zijn grote witte vogels met een lange snavel die aan de punt lepelvormig is. Lepelaars vliegen met uitgestrekte hals in tegenstelling tot bijvoorbeeld reigers en Ooievaars. In de zomer krijgen Lepelaars een kuif op het achterhoofd die bij mannen iets langer is dan bij vrouwen. Verder hebben ze dan een geel-oranje vlek op de borst en de snavel heeft een gele punt. Juveniele vogels hebben zwarte punten in de toppen van de buitenste handpennen terwijl bij volwassen vogels de vleugels geheel wit zijn. De manier van voedsel zoeken is ook zeer kenmerkend. De snavel wordt in het water gehouden en zijwaarts heen en weer gebogen terwijl de vogel zelf rechtdoor loopt.