Boomvalk

Boomvalken zijn één van de meest behendige vliegers onder de roofvogels. Ze jagen in open land en boven duinen op vogels van het open veld en op libellen. Ze zijn zo snel dat zelfs Gierzwaluwen en Boerenzwaluwen moeten vrezen voor de klauwen van deze prachtige soort. Libellen die worden gevangen worden, terwijl de Boomvalk blijft vliegen, ontdaan van hun vleugels en in vlucht opgegeten. Regelmatig zijn Boomvalken in de nazomer te vinden rondom slaapplaatsen van Boerenzwaluwen waarop ze in de schemer jagen.

Boomvalk © Lennart Verheuvel

Boomvalken zijn middelgrote valken met lange, spitse vleugels en een relatief lange, recht afgesneden staart. Volwassen vogels hebben een donkergrijze bovenkant en een vrij donkerwitte buik met zwarte streping. Opvallend is de witte keel en de donkerrode 'broek'. Boomvalken hebben een zwarte snorstreep en witte wangen. Juveniele vogels hebben geen rode broek, lichte toppen op de primaries en de grote dekveren. Ook de bovenkant is donkergrijs tot bruin in plaats van donkergrijs zoals bij volwasssen vogels.

Boomvalken overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara.Ze vliegen in het najaar in een breed front over het Europese vasteland naar het zuidwesten. Ze passeren daarbij soms bergketens op grote hoogte, bijvoorbeeld over de Alpen heen, en kunnen ook grote afstanden over open zee vliegen. Zo vloog een gezenderde Boomvalk ooit in één keer van Zuid-Frankrijk over zee naar Algerije. In de overwinteringsgebieden trekken Boomvalken ook over grote afstanden rond achter prooidieren aan. Daarbij bezoeken ze landen als Namibië, Zambia, Zimbabwe, Botswana en Zuid-Afrika.